#35 - augustus 2001

Fons Leunissen, Katja Rodenburg - Schuilkerkjes uit de Franse tijd

De schuilkerken van de Studentengroeve, de Geulhemmergroeve en de Sibberberg werden gesticht in de Franse Tijd gedurende de "geloofsvervolging" van de jaren 1797 - 1801. In die jaren waren veel priesters gedwongen onder te duiken, omdat ze weigerden de door de Franse bezetters geëiste "eed van haat" af te leggen. Het onderzoek naar de kapellen geschiedde eerst door een uitgebreide inventarisatie van het interieur, de iconografie en de opschriften en het vergelijk van de tekeningen op stijlkenmerken. Daarnaast werd er uitgebreid literatuuronderzoek verricht over de interactie tussen de Franse "administration", de kerkelijke overheid en de diverse lagen van de bevolking van Nedermaas. Van belang waren daarbij de factoren die uiteindelijk leidden tot de stichting van de ondergrondse kapellen. Het beeld dat zo ontstond werd verder aangevuld met de feiten uit de plaatselijke kronieken. Zo ontvouwde zich het panorama, waarin de grotpriesters hun rol speelden en de beslissing namen om de eed te weigeren. Ze gingen daardoor figuurlijk, maar ook letterlijk "ondergronds". Verder wordt er uitgebreid aandacht besteed aan de precieze betekenis van de beruchte "eed van haat", zodat er een goede reconstructie is ontstaan over de diverse vormen en consequenties van de eed in de opeenvolgende fasen van de revolutie. Hiermee werd een belangrijke meerwaarde toegevoegd aan de documentatie over de ondergrondse schuilkerken. Hun ontstaan is daardoor nu terug te volgen tot de banken van de Assemblee Nationale in Parijs. Het artikel in deze extra dikke special van SOK-Mededelingen (64 pagina's) wordt besloten met een uitgebreide beschrijving van het interieur, de opschriften en teksten in de drie schuilkapellen.