#38 - januari 2003

Johan Janssen - De Coolen in Val-Meer

Een geschiedkundig en cultuurhistorisch portret schetsen van de groeve de Coolen is niet eenvoudig. De archieven geven nauwelijks iets prijs en de groeve is niet bepaald bezaaid met oude opschriften. Toch heeft de auteur een samenraapsel van bij elkaar gesprokkelde gegevens tot een boeiend overzicht weten te bundelen. Deze zogenaamde boerengroeve kent een oude oorsprong. Romeinen hebben in de directe omgeving wijngaarden geëxploiteerd en de resten van villa's en graftombes zijn niet ver van de groeve gevonden. Maar de eerste verwijzing naar de groeve de Coolen is mogelijk een akte uit 1286, met de vermelding "Steynberch in Valle". In de 16e en 17e eeuw wordt ook verwezen naar de steenwinning in Val-Meer, waar gesproken wordt over "mergelkuyien" en "fallerkuijlen". Janssen vervolgt zijn verhaal met een schets van de mergelontginning in vergelijking met de grotere groeven in de nabij gelegen dorpen, de champignonteelt, de bescherming en de fauna. Met name de vleermuizen hebben baat gevonden bij de bescherming. Sinds de afsluiting van de Coolen is het aantal overwinterende vleermuizen gestegen van enkele exemplaren tot een zeventigtal in de laatste jaren.


Rudi Dortangs - Karst en hieraan gerelateerde geologie

Enkele merkwaardige zwarte laagjes in de mergel van de Grote Berg in Zussen waren het doel van een bezoek met Dortangs. Het bleek niet de zo vurig verlangde Krijt/Tertiairgrens te zijn, maar een inspoeling van water, waarbij het op de kalklagen aanwezige geoxideerde ijzer en andere mineralen zijn achtergebleven. De aanwezige karstvorming in de groeve trok echter de bijzondere aandacht van de bezoeker. Ofschoon karst algemeen bekend is, bespreekt de auteur het ontstaan ervan en de hieraan gerelateerde fenomenen die in de Grote Berg zichtbaar zijn.


Ed de Grood - Op zoek naar de schat met Jan Dielis

Jan Dielis was rond 1950 assistent van ir. D.C. van Schaik in de Sint-Pietersberg tijdens de bekende inventarisatiewerken aldaar. Tijdens dat onderzoek ontwikkelde zich bij Dielis een fantastische theorie over de twaalf gouden apostelbeelden die behoorden tot het Kapittel van Sint-Servaas en die in 1579 verborgen zouden zijn op een onbekende plek. Hij raakte ervan overtuigd dat de zo vaak gezochte beelden ergens in de Sint-Pietersberg verstopt zouden zijn. Na veel denk- en rekenwerk kwam Dielis tot de conclusie dat hetgebied waar het Noordelijk gangenstelsel en de Zonneberg elkaar raken de plaats moest zijn waar de beelden verstopt waren. In het diepstegeheim werd in 1984 een ploeg opgravers gevormd, die samen met Dielis, overigens tevergeefs, op zoek gingen naar de kostbare beelden. Ed de Grood doet verslag van deze nu "vermakelijke" gebeurtenis.


Fons Leunissen - Een raadselachtig geval

Deel IV van de "Kapellen in de onderaardse kalksteengroeven van Zuid-Limburg", gaat over de kapel ter herinnering aan de geloofsvervolging in de Franse Tijd in het Zonnebergstelsel bij Maastricht De kapel is bij menig bergloper niet bekend, omdat hij nietdirectin het oog valt Hij is namelijk gelegen om de hoek van een hoger gelegen gedeelte in een doodlopende zijgang. De geschiedenis van de kapel is min of meer een raadsel. Alhoewel een opschrift herinnert aan de geloofsvervolging in 1794, doet de stijl en de ligging anders vermoeden. De auteur probeert alle stukjes in elkaar te passen, maar moet tot de conclusie komen dat het "een raadselachtig geval" blijft.