#50 - januari 2009

Ton Breuls, Joep Orbons: Voorwoord en inhoud

Zoals u al ziet is het een bijzondere en feestelijke uitgave. Bijzonder, omdat het toch zo genoemd mag worden dat vijftig uitgaven lang (vooral) leden van de Studiegroep Onderaardse Kalksteengroeven hun resultaten van studie en onderzoek hebben toevertrouwd aan ons blad. We kunnen ons uit de begin jaren van de SOK nog goed herinneren - de SOK-Mededelingen was slechts enkele uitgaven “oud “ - dat een verzoek, om onderzoek te mogen doen in een groeve, door een ambtelijke instantie werd afgewezen met het argument, dat “alles toch al onderzocht is en nader onderzoek daarom niet opportuun is”. Meer dan zestig auteurs met ruim tweehonderd artikelen hebben negenenveertig uitgaven lang het tegendeel bewezen. En na een oproep om een bijdrage te schrijven voor dit feestnummer, zijn maar liefst achtendertig nieuwe artikelen ingestuurd!
Het is natuurlijk een open deur intrappen door te stellen dat zonder hun immense bijdragen de SOK-Mededelingen allang het bestaansrecht was ontnomen.
Men zou de auteurs de bouwers van “het huis” SOK-Mededelingen kunnen noemen. Maar de fundamenten van “het huis” zijn zonder meer de vaste abonnees van SOK-Mededelingen. Driehonderd en vijftig vaste abonnees garanderen al meer dan vijfentwintig jaar het voortbestaan van deze publicatie. Hun trouwheid vormt, samen met het enthousiasme van de auteurs, de SOK-Mededelingen. Waarvoor dank en hulde.
Het is ook een feestelijke uitgave, omdat het getal vijftig nu eenmaal aanleiding is tot een feestje. En feestjes kosten ook geld. Vandaar dat we ook onze sponsors enorm bedanken voor hun geldelijke bijdragen voor dit jubileumnummer.
De redactie



Jaap Brandsma, Max Wijnen: Het martelaarschap van St. Joris

In de Caestertgroeve maakt een afbeelding van Sint Joris in gevecht met de draak onderdeel uit van een indrukwekkende groep plafondtekeningen. De legende wordt beschreven en verschillende onderdelen van de tekening worden verklaard.


John Hageman: De duistere dierenwereld van de Scharnderberggroeve

Meldingen van enkele waarnemingen van insecten in de Scharnderberg en de toevoeging van de van de Amblyteles armatorius aan de Nederlandse lijst van cavernicolen. Deze sluipwesp overwintert niet alleen in onze mergelgrotten, maar de soort kan zich er ook voortplanten in de zomermaanden.


Fons Leunissen: De Gaemert, dertig jaar later. Een sterk, maar waar gebeurd verhaal

Een lichtvoetig artikeltje over jeugdherinneringen en een haast ongelooflijk toeval.
Het artikel bevat een beschrijving van de ingang van de Gaemert rond 1965.


Erik Honee: De grottenwereld in jeugdboeken. Onderaardse kalksteengroeven als decor voor kinderboeken - Een inventarisatie

Welke jeugdboeken gaan over de grotten? De zoektocht naar het antwoord op deze vraag heeft een collectie kinder- en jeugdboeken opgeleverd waarin de mergelgroeven een rol spelen. Na het beschrijven van enkele bijzonderheden wordt overzicht van alle titels gegeven.


Arnold Eliëns: Overweging, voorbereiding en uitvoering van een onderzoek naar de echo in de Echogang van groeve Caestert

Aan de hand van metingen is het fenomeen echo in de zogenaamde 'Echogang' in de groeve Caestert onderzocht. Waarom is uitgerekend hier een echo te horen? Resultaat is een lijst met criteria waar een gang aan moet voldoen om een geluid te weerkaatsen.


Wilfred Schoenmakers: Bloken en schiters te Zussen

In een deel van de Lacroixberg in Zussen treffen we een aantal opschriften aan, die bij nadere bestudering allemaal afkomstig blijken te zijn van één blokbreker, Richardus Daenen uit Zussen. Hij hield nauwkeurig bij wanneer hij op een bepaalde plek gewerkt had of juist stopte met zijn werk. Naast de opschriften van Daenen treffen we in dat deel van de groeve ook een aantal afbeeldingen aan van gereedschappen van de blokbreker. Aan de hand van deze gegevens en archiefonderzoek wordt een van de vele blokbrekers uit de vergetelheid gehaald.


Jacques Maes: De carbidlamp of acetyleenlamp

Wie van de oudere berglopers kent niet de carbid- of acetyleenlamp? Een beschrijving van een verschillende modellen en perioden waarin carbidlampen werden gebruikt.


Berno Huls : Michiel Mees, schepen en/of blokbreker?

Namen die netjes ingekrast zijn op een wand in de Grote berg van Zussen werden aangetroffen in een kroniek. Een archiefstuk geeft informatie over een conflict in het midden van de 17de eeuw, waarbij Michiel Mees blokken uitwerkt onder het grondgebied van Herman van Raey.


Joop Smit: Zedekia’s Cave in Jeruzalem

Vlak bij de bekende Damascuspoort in Jeruzalem ligt de ingang van een oude groeve. Door het verhaal over een onderzoek in de Sint Pietersberg en al vertellend over het gangenstelsel in Maastricht begon de gids heel geïnteresseerd te raken. Hij bood een privé-rondleiding aan om plekken te bezoeken, waar de reguliere toerist nooit zou komen.


Luck Walschot: Hotel Berg en Dal te Geulhem. Waar mergelvreters al meer dan honderd jaar welkom zijn

Hotel Berg en Dal ligt tegenover de Geulhemermolen aan de voet van de Geulhemerberg. Er bestaat volgens de auteur geen andere plaats, waar zoveel “grootheden” uit de grottenwereld zijn samen geweest als op deze plek in Geulhem. Het artikel bevat een selectie van deze personen die ooit in hotel Berg en Dal te Geulhem verbleven.


Kevin Amendt: Op zoek naar inkrassingen in de Caestertgroeve

Naast de vele bekende teksten en tekeningen op de wanden in de Caestertgroeve zijn er een behoorlijk aantal die voor de meeste bezoeken verborgen blijven. Er zijn zelfs fijne ingekraste afbeeldingen die met het blote oog niet zichtbaar zijn.


Peter Houben: “Vliegen afpikken”

Als men rond de vorige eeuwwisseling de Fallenberg in ging was een van de eerste tekeningen die men zag de afbeelding van “Bock, de vliegenpapierman”. Maar niet alleen Bock was er afgebeeld, maar ook ontelbare namen, data en afbeeldingen, vele aangebracht rond 1900. Rond de eeuwwisseling werd de groeve zeer druk bezocht en de commercie vierde hoogtij! Daarbij maakten de gidsen gretig gebruikt van het werk van de jezuïeten uit Maastricht, die van rond 1880 in hun vrije tijd al prachtige tekeningen, schilderingen en beeldhouwwerken aan het geheel hadden toegevoegd.


Ger Goessens: Een sabel gevonden in groeve Ternaaien-boven

Vlak bij de huidige ingang staat het restant van een waterbak, die ooit gebruikt werd voor de teelt van champignons. Op de rand van de bak werden de lampen gezet om aan te steken en met de voet werd in de losse mergel rond de waterbak tegen een stuk ijzer gestoten. Het bleek een vrij roestig restant van een sabel te zijn.


Alan Claessens: Stookplaatsen in de Lacroixberg

Door de eeuwen heen zijn de mergelgroeven voor allerlei zaken gebruikt en misbruikt. In tijden van oorlog en vreemde bezetting zijn de groeven gebruikt als schuilplaats en toevluchtsoord door de plaatselijke bevolking. Op sommige plaatsen zijn de sporen goed bewaard gebleven en kun je met een beetje fantasie de ondergrondse bedrijvigheid tijdens het noodgedwongen verblijf goed voorstellen.


John Caris: De Kar

Herinneringen aan een oude kar naar aanleiding van een SOK-dwaaldag en vraagtekens bij het nut van grondig opruimen van verlaten onderaardse kalksteengroeven.


Arthur van der Stroom: Een bezoek aan de Mønsted Kalkgruber in Denemarken

Een bezoek aan de Mønsted Kalkgruber met de daarbij behorende gerestaureerde kalkbranderij is absoluut de moeite waard. Een beschrijving van het bezoek aan de groeve, de geschiedenis en het huidig gebruik.


Ed Rousseau: Het Smokkelgat en het Padvindersgat in de Sint Pietersberg

Ooit was het gangenstelsel van de Sint Pietersberg vanaf fort Sint Pieter tot en met groeve Caestert verbonden. Het lopen van deze route, via verschillende markante verbindingsgangen, is niet altijd mogelijk geweest. In dit artikel een overzicht van deze (nu nog steeds) tot de verbeelding sprekende verbindingen.


John Hageman & Peter Jennekens: De slijpstenen van Caestert

Een vondst van een steen op een richel blijkt geen normale steen te zijn. Nader onderzoek leerde dat het om een gebruikte slijpsteen of wetsteen ging. Een verdere zoektocht resulteerde in het vinden van een zestal stenen, die allen als slijpsteen of wetsteen gebruikt zijn.


Aldo Voûte: “Vijftig”

Het getal vijftig is niet alleen de uitgave van een jubileumnummer van SOK-Mededelingen, het doet ook denken aan een terugblik in de tijd. Wat waren mijn grottenervaringen vijftig jaar geleden?


Ed de Groot: De hond van Freek

Een echte berghond kan los lopen in een groeve en komt altijd weer terug bij zijn baasje. Maar wat als dit niet het geval is? Het verhaal van een hond die zijn weg vind in de Keerderberggroeve, daar waar een paar jaar later twee jongens in de absolute duisternis hun leven verloren.


Jaap Brandsma: Licht in de duisternis

In een mergelwand stak een zwaar verroest metalen voorwerp, dat nog het meest deed denken aan een kaarshouder. De restanten van de kaars zaten er nog in en ook de lont was duidelijk zichtbaar aanwezig. Nadere bestudering van die inhoud riep echter twijfels op: was het wel een kaars?


Ton Breuls: De Kleine Sint Joris en de draak

Alhoewel de plafondtekening van Sint Joris in het gevecht met de draak veel aandacht krijgt in bijvoorbeeld publicaties, is er een tweede Sint Joris afbeelding in de Caestertgroeve die aan de aandacht ontsnapt. Het artikel is een beschrijving van de Kleine Sint Joris en een vergelijking met de grote afbeelding.


Frank Daelmans: Doe moogst hie neet noa binne!

Een gedicht over de mergelgroeven.


Jacquo Silvertant: Bijdragen tot de geschiedenis van Caestert

Een overzicht van enkele conclusies die op dit moment kunnen worden getrokken en een steeds helderder wordend beeld geeft van wat zich te Caestert heeft afgespeeld.


Johan Janssen: Taterkuil, Janeekeskoet, Elsterkuil

De eindbalans opmakend kan men stellen dat deze groeve bij Elst (Riemst) een prachtige groeve, kuil of bergje is, maar toch net iets te klein om voor de SOK-leden een verdwaaldag te organiseren. Toch gelegen in een prachtig decor en bovendien verveelt de Taterkuil nooit.


Henk Ramakers: Vijftig jaar licht in duisternis

Allerhande lampen, maar vooral LED-lampen, werden in een soort competitie met elkaar vergeleken en beoordeeld. Ook kreeg ik de stellige indruk dat de ons allen zo vertrouwde vergassers, zoals de Petromax ed., alleen nog aandacht krijgen als ze, liefst van koper, zo klein mogelijk zijn. Op dat moment realiseerde ik mij de onvoorstelbare verschillen in verlichting, die ik als beginnende bergloper vijftig jaar geleden gebruikte, met de verlichting die heden ten dage voor iedereen beschikbaar is. Mogelijk heeft de spanning van het ondergrondse avontuur van toen, met al zijn gebrekkige verlichting, plaats gemaakt voor een geheel andere beleving van het ondergrondse van nu door een zee van heldere en makkelijke verlichting.


René Peels & Huub Ritzen: Vreemde tekens aan de wand

Al jaar en dag staat er op een van de wanden in de Apostelgroeve een geheimzinnige tekenreeks, die nog niet ontcijferd was. Alleen het jaartal 1887 bij de tekens was duidelijk. Toch is het ons gelukt om van de vreemde tekens aan de wand een leesbaar verhaal te maken. De tekst handelt over ene “Jeantje” en ene “Willem”. Een verhaal over liefde, of meer eigenlijk, over liefdesverdriet.


Thierry Giesen: De ontginningen van de Werken van Mathuus

In de naoorlogse jaren was er een grote behoefte aan losse kalksteen voor het gebruik in de glasindustrie. De winning van losse kalksteen geschiedde onder andere in twee gangenstelsels, namelijk de Werken van Mathuus en groeve de Keel. In dit artikel worden de zes verschillende ontginningsmethoden naast elkaar gezet die in de Werken van Mathuus zijn toegepast.


Joep Orbons: “74390 164 9476 402 72398 72439 732”

We kennen de vragen allemaal wel. Hoeveel kilometer gang is er in totaal ontgonnen? Hoeveel groeven zijn er? En zo nog veel meer. Door te spelen met computerprogramma’s komen er vele getallen over de groeven naar boven drijven. Dit artikel tracht een antwoord te geven op een aantal van de vaak gestelde vragen.


John Hageman & Peter Jennekens: Vraagtekens rond een 16e eeuwse ontginning in het gangenstelsel van de Zonneberg

Slenterend in de onmiddellijke omgeving van de “betonplaat” in de Zonneberg viel een kleine horizontale nis op in de mergelwand. Rondom deze nis was het een wirwar van gerichte krassen en dat trok onze aandacht. Het raadsel werd alsmaar groter, want er werden steeds meer identieke nissen gevonden. Door wie werden de nisjes dan gebruikt? Zouden de tekstuele inscripties hier uitsluitsel over kunnen geven?


Ton Breuls: De vondst van een Bos taurus (Linaeus 1758) in Ternaaien-boven

Vleermuizen, insecten of vogels, allemaal beesten die voortdurend de aandacht trekken van groeveonderzoekers en waar dan ook regelmatig over bericht wordt. Soms is de vondst van een bijzonder diertje voor de kenners héél groot nieuws. Of de aanwezigheid van de Bos taurus, ergens diep in de groeve Ternaaien-boven, de échte faunisten heeft doen schrikken, is echter de vraag. Maar hoe geraakt een Bos taurus of in gewoon Nederlands, een koe, verzeild in een onderaardse kalksteengroeve?


Henk Blauw: Calvete de Estrella en de schuivende mergelblokken

Filips II, koning van Spanje, maakte voor zijn troonsbestijging een reis door de Nederlanden en bezocht daarbij in 1550 de Sint Pietersberg in Maastricht. Calvete maakte uitvoerige aantekeningen van alle merkwaardigheden waaronder de mergelwinning in de Sint Pietersberg bij Maastricht. Calvetes tekst is uitermate interessant omdat we inzicht krijgen in de mergelwinning in de 16e eeuw.


Han Bochman: Poëzie en andere pikante verdichtsels

De donkere gangen van onze kalksteengroeven zijn altijd al een ideaal oord geweest om ongestoord en ongezien de raarste dingen op de gele wanden te schrijven, tekenen of krassen. Tussen de “serieuze” opschriften vindt men natuurlijk ook een hoeveelheid opschriften en afbeeldingen, die in de categorieën onzin, lariekoek, zinnenprikkeling, nonsens, plat, pornografie of wat dan ook kunnen worden gerangschikt. Tijdens een poging tot opruimen zijn aantekeningen en foto’s van opschriften of tekeningen terug gevonden, die in een van voornoemde categorieën thuis kunnen horen.


Henri Ceha: De Vleermuisclub 1940 – 1945

Hoe een groep jongens tijdens de oorlogsjaren een grotten club oprichtten en welke rol zij hadden in alles wat er gebeurde in de Sint Pietersberg. Een van de leden van de ‘vleermuizen’ neemt de lezer terug in die tijd.


John Caris: De instorting van de Sint Pietersberggroef I

In dit artikel volgt een poging tot reconstructie aan de hand van oude meetlijnen van een in 1917 ingestort deel van de Zonneberg nabij de voormalige ingang achter de kerk van Sint Pieter.


John Hageman & Peter Jennekens: Inscripties bij “Sint Joris en de draak”

Iedereen die de groeve Caestert voor het eerst bezoekt, ontkomt niet aan het beschouwen van de plafondtekening van Sint Joris en de Draak. Ook de nabije zwart-wit tekeningen op de schuine “panelen”, net onder het plafond, zullen op de geïnteresseerde een verpletterende indruk achterlaten. Per toeval werden nog meer afbeeldingen gevonden, die alleen zichtbaar zijn met een verrekijkerlens. Sterker nog, als je weet waar te zoeken, is het tafereeltje nóg moeilijk te vinden.


Rob Heckers: Twee onbekende groeve-ingangen geïdentificeerd

Een serie foto’s met afbeeldingen van de Sint Pietersberg toont onbekende ingangen. Een poging om de locatie te identificeren.


John Knubben: Archiefsprokkels mergelwinning

Bij onderzoek werden rekeningen aangetroffen van het Kruisherenklooster die opgemaakt zijn met betrekking tot levering van mergelblokken ten behoeve van de bouw van dit klooster te Maastricht. Ze geven interessante informatie over de geschiedenis van de onderaardse mergelwinning in deze regio.